Het hoeft niet te verwonderen dat in een landschap met zo’n rijke voorgeschiedenis vele unieke erfgoedwaarden aanwezig zijn. Wie er oog voor heeft ontdekt steeds nieuwe zaken. Elk landschapselement vertelt zijn eigen verhaal. Wat het meest tot de verbeelding spreekt zijn de oude armen van de Zuidleie en de natte, vaak venige valleigronden (‘Leiemeersen’), die 800 jaar na de start van de kanaliseringswerken, nog steeds in het landschap herkenbaar zijn. Dit mag gerust een wonder heten! Maar er zijn ook de andere fenomenen die herinneren aan de geschiedenis van voortdurende werken aan het kanaal, zoals oude kanaalarmen, leigrachten, fossiele bodemschatten, trekwegen en steile kanaaloevers dwars door hoge zandruggen, honderdjarige populieren of het kanaal dat nog steeds buiten zijn oevers kan treden als een natuurlijke rivier. Tenslotte is er het bouwkundig erfgoed: oude historische hoeves, bunkers en oorlogsmonumenten uit de Tweede wereldoorlog, de keersluis, oude bakstenen waterbouwkundige constructies, sites waar tijdens de tachtigjarige oorlog forten stonden enzovoort.
Uniek laagveenmoeras in de Vallei van de Zuidleie met orchideeënrijke natte hooilanden en elzenbroekbos.
Het bochtig karakter van het kanaal is uniek en herinnert er aan dat dit eeuwenoude kanaal het tracé volgt van de vallei van de Zuidleie.
Indrukwekkende, afkalvende kanaaloevers tussen Gevaerts en Beernembrug. Hier doorsnijdt het kanaal een hoge zandrug. Respect voor de mensen die dit destijds met primitieve middelen moesten uitgraven.
Oude armen Zuidleie
Waar mogelijk probeert Natuurpunt door aankoop de resterende oude armen van de Zuidleie, die nog aan beide zijden van het kanaal als historisch relict aanwezig zijn, veilig te stellen en ecologisch te herstellen. Zo komt de historische bovenloop van de Brugse reitjes terug zichtbaar in het landschap. Vele oude armen geraakten doorheen de eeuwen verland en zijn soms enkel nog als een vage depressie of een gracht in het landschap herkenbaar. Een goede waterkwaliteit is de voorwaarde voor het herstel van een rijk waterleven. Dit betekent dat er geen meststoffen of afvalwater mogen terecht komen in de herstelde oude armen. Verlande oude armen hebben vaak de meeste potenties voor herstel van een hoge natuurwaarde, doordat er nog kiemkrachtige zaden aanwezig zijn van waterplanten die ooit in de waterloop aanwezig waren, maar nu overal verdwenen of zeldzaam geworden zijn. De zaden van sommige soorten kunnen meer dan honderd jaar hun kiemkracht behouden en dateren nog uit de periode dat de algehele waterkwaliteit in Vlaanderen nog uitstekend was. De waterplantengemeenschappen die we in enkele door Natuurpunt herstelde oude Zuidleiemeanders aantreffen behoren nu tot de meest waardevolle van Oost- en West-Vlaanderen met tal van bijzondere soorten (bv. Kikkerbeet, Zwanenbloem, Pijlkruid, Loos blaasjeskruid, Witte waterlelie, Gele plomp, verschillende soorten fonteinkruiden en kranswieren enz.). Tegelijk zijn de verlande oude armen ook de meest bedreigde: waar Natuurpunt geen eigenaar of beheerder is, worden ze vaak opgehoogd met grond of worden ze onachtzaam uitgegraven in functie van drainage ten behoeve van landbouwintensivering. Hierdoor gaat het historische zaadkapitaal en uniek landschappelijk erfgoed verloren.
waterplantenvegetaties. Een uniek waterbiotoop! De
historische Zuidleie was slechts een riviertje van zo’n
5m breed.
Verlande oude arm van de Zuidleie in intensieve landbouw: onbeschermd en bedreigd ! Maar ook een wonder dat ze er na 800 jaar kanaalgeschiedenis nog zo bij ligt.
Oude arm van de Zuidleie met slechte waterkwaliteit door toevoer van meststoffen.
Herstelde oude meander van de Zuidleie tussen bloemrijk hooiland in Leiemeersen-Noord
Oude meander Zuidleie ter hoogte van de historische kasteelhoeve Joyeuse Pensée
Oude meander van de Zuidleie, opgenomen in het tracé van het Zuidervaartje ter hoogte van Lappersfortbos.
Oude kanaalarmen
Tussen Brugge en Gent liggen langs het kanaal een tiental oude kanaalarmen, stille getuigen van een meer bochtig verleden. Het tracé van het oorspronkelijk kanaal volgde immers zo veel mogelijk de loop van de meanderende Zuidleie en Hoge Kale. In de Vallei van de Zuidleie, tussen Beernembrug en Steenbruggebrug komen 2 oude kanaalarmen voor. In de periode 1856-1864 werd de kanaalarm aan het Fort afgesneden. Er rest momenteel nog een droge depressie en een klein stukje open water, de zogenaamde Kallemoeievijver (Kallemoeie is oud Westvlaams voor Witte waterlelie, een typische soort voor de oude kanaalarmen, maar hier helaas ondertussen verdwenen). De rest van de oude kanaalarm is helaas opgevuld met afval en illegaal opgehoogd met grond. Met de bochtafsnijding ter hoogte van Gevaerts (1995-1998) ontstond ook daar een oude kanaalarm, die tot nu toe wel intact bleef en ontwikkelde tot een interessant, vis- en vogelrijk waterbiotoop.
De Kallemoeievijver, een laatste relict van de oude kanaalarm aan het Fort. Onbeschermd! Onbemind?
Illegale ophoging van oude kanaaldepressie ter hoogte van de Fortsite.
Wat na stillegging van de werken nog overblijft…
Oude kanaalarm van de Gevaerts: een waardevol waterbiotoop vol leven.
Trekwegen
Tussen Gevaerts en Steenbruggebrug is de trekweg op vele plaatsen nog afgezoomd met indrukwekkende, knoestige, honderdjarige populieren. Het is het laatste lijnverband van dergelijke oude populieren in Vlaanderen. Sommige exemplaren hebben een omtrek van 6m. Mits de nodige zorg kunnen ze nog tientallen jaren het fraaie kanaallandschap domineren. Langs de trekweg vinden we natuurlijke opslag van struwelen van Sleedoorn en Brem. Ook komt er nog veel Veldiep voor, een zeldzame boom die niet hoger wordt dan een forse struik, tengevolge van de iepenziekte. Deze Veldiepen zijn in feite uitlopers van de generatie bomen die als lijnbeplanting fungeerden tot ze omstreeks 1904 vervangen werden door de huidige populieren. Hier en daar vinden we merkwaardig genoeg ook appelbomen: misschien het gevolg van appelpitten uitgespuwd door de vroegere schaapherder die de trekwegen liet begrazen en aan wie we in belangrijke mate de enorme plantenrijkdom van deze oude trekwegen te danken hebben.
Door de lage ligging van de trekweg ter hoogte van Moerbrugge kan het kanaal hier op de rechteroever nog op natuurlijke wijze overstromen. Wellicht een unicum voor een kanaal in Vlaanderen! Het herinnert er aan dat dit oude kanaal is uitgegraven in een natuurlijke vallei.
De hoge kanaaltaluds tussen Gevaerts en Beernembrug werden destijds trapvormig aangelegd. Beneden rechts zien we de lager gelegen trekweg, op vele plaatsen gedeeltelijk weggespoeld door erosie.
Oud bouwkundig erfgoed
Fraai smeed- en metselwerk ter hoogte van de oude monding van de Bulskampveldbeek aan de Gevaerts. Voor wie er oog voor heeft zijn er langs het kanaal nog op verschillende plaatsen mooie staaltjes van oud waterbouwkundig metselwerk aan te treffen.
Oud dijkhuisje op het oude kanaaltalud van de afgesneden kanaalarm aan het Fort.
Aan de Gevaerts kan de oude overzetboot nog worden bewonderd. De laatste aanbesteding van het gemeentebestuur van Beernem om het veer te laten functioneren dateert van 1950.
Recent bouwkundig erfgoed
De keersluis aan de Gevaerts is een fraai staaltje van hedendaagse waterbouwkundige architectuur die in xxxx terecht een prijs ontving van de Vlaamse Bouwmeester. Bij hoge waterpeilen worden schotten neergelaten die de watertoevoer richting Brugge afremmen om te verhinderen dat laag gelegen wegen en woonzones aldaar overstromen. Met neergelaten schotten is geen scheepvaartverkeer meer mogelijk. De waterafvoer kan dan worden geregeld met een regelbare stuw (rechts op de foto).
Vreemde ‘heuvels’ langs het kanaal
Langs de rechteroever van het kanaal liggen ter hoogte van Moerbrugge enkele vreemde langwerpige ‘heuvels’. Ze hebben een totaal andere vegetatie dan de aanpalende natte valleigronden. Lange tijd bleef dit fenomeen een mysterie, tot oude kaarten opdoken uit 1892, waarop nog veel meer van deze heuveltjes te zien zijn, ook langs de linkeroever (zie hieronder). Bij nader onderzoek bleken er heel veel fossiele schelpenresten in te vinden. Er is geen twijfel mogelijk: dit zijn de resten van uitgegraven grond en kanaalspecie afkomstig van de laatste kanaalverbreding omstreeks 1850. Op de meeste plaatsen werd deze grond afgevoerd of ter plaatse open gespreid om de natte gronden op te hogen, maar hier bleven ze liggen als historisch relict en ontwikkelden ze een eigen natuurwaarde.
Dépot de Guerre historische kaart 1892
Oorlogsmonumenten
Van de bunkers uit WOI is er geen enkele overgebleven, met uitzondering van funderingen. Tussen Steenbruggebrug en Beernembrug zijn op de zuidelijke oever nog een vijftal bunkers uit WO II aanwezig. Langs de kanaaloevers lagen in 1941 binnenvaartschepen die de Duitsers tot landingsboten hadden omgebouwd voor operatie ‘Seelöwe’, de invasie van Engeland die nooit plaatsvond. Deze bunkers waren schuilplaatsen voor werklui en bewakers tijdens luchtaanvallen. Ze dienden ook als opslagruimte. De bunkers hebben een muurdikte van 110 cm en een dak van 140 cm. Binnenin de bunkers staan drie geschrankte muren van 50 cm dik. Bovenop de bunker werd een camouflerende graszode aangelegd. Tegenwoordig zijn alle bunkers door Natuurpunt ingericht als overwinteringsplaats voor vleermuizen. De combinatie van een goede isolatie tegen temperatuurschommelingen, samen met een hoge luchtvochtigheid, maakt de bunkers daartoe erg geschikt. De talrijke oude populieren langs het kanaal bieden foerageerruimte en dienen voor deze dieren ook als nestplaats of zomerverblijf.
Zuidervaartje met bunker WOII.
Sommige bunkers zitten prachtig verscholen in het groen.
Historische forten Tachtigjarige Oorlog
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) tussen de (katholieke) Spanjaarden en de (protestante/calvinistische) Nederlanders werd op de zuidelijke oever van het kanaal een militaire verdediginglinie van ‘forten’ aangelegd. Het waren eerder aarden bouwwerken met een verdedigingswal met voorliggende gracht en houten verdedigingsconstructies. Soms waren ze ingewerkt in de bestaande kanaaloevers. De restanten van deze forten en wallen zijn nu nog nauwelijks te onderscheiden op het terrein, maar hier en daar herinneren plaatselijke toponiemen nog aan deze forten. Bekende voorbeelden zijn het Lappersfortbos en Het Fort te Beernem. Deze laatste site is door latere uitbating als hippodroom en zandwinning, in combinatie met een bochtafsnijding van het kanaal in 1856-1864 onherkenbaar veranderd. Na Wereldoorlog II zijn er ook gebouwen opgericht door de Civiele Bescherming die ondertussen grotendeels in dienst zijn als opslagplaatsen en ateliers voor de Technische Diensten van de Gemeente Beernem. De droge, schrale graslanden en struwelen van de Fortsite hebben echter nog steeds een grote ecologische waarde.
Uittreksel van een kaart van het Brugse Vrije van Nicolaes Visscher II, 1649-1702. Op de zuidelijke oever van het kanaal duiden de zwarte blokjes met gekruiste degens de locaties aan waar vroeger forten aanwezig waren.
Fortsite te Beernem. Tussen de vroegere gebouwen van de Civiele Bescherming komen nog belangrijke natuurwaarden voor. Het gebied is in de bindende bepalingen van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan om die reden ook opgenomen als natuurverbindingsgebied.
Oude leigrachten (Zuidervaartje)
Toen in 1625 het kanaal werd opengesteld na de omvangrijke verdiepingswerken en het verwijderen van dammen en sluizen bleek de waterhuishouding van de streek sterk gewijzigd. Door de hogere peilen in het kanaal en piekafvoeren van Leiewater bleken de bestaande zijrivieren van de vroegere Zuidleie/Rei het steeds moeilijker te krijgen om hun water in het nieuwe kanaal kwijt te geraken. Er traden frequent overstromingen op in de zijvalleien van de Rivierbeek en de Bornebeek. Om hieraan te verhelpen waren bijkomende graafwerken nodig. Parallel aan het kanaal werd een zogenaamde leigracht aangelegd die de afvoer van water van de Rivierbeek moest vergemakkelijken door het te lozen op een lager gelegen, stroomafwaarts punt: het Zuidervaartje was geboren. Feit is dat het Zuidervaartje reeds aanwezig is op de kaarten van Graaf de Ferraris (ca. 1775). Hier en daar werden oude meanders van de Zuidleie in de loop van het Zuidervaartje opgenomen, wat het kronkelend verloop verklaart.
Historische kaart van Graaf de Ferraris (±1775), waarop het Zuidervaartje (parallel aan het kanaal) reeds duidelijk staat weergegeven. De Warande was een uitgestrekt bos en jachtdomein van de gepriviliseerde Brugse adel. De huidige Warandeputten zijn aangegeven als moerassig grasland langs de Rivierbeek. Opvallend zijn bovenaan ook de aanwezige historische hoeves Ter Laere en vooral de kasteelhoeve Joyeuse Pensée met een nog door een walracht omringde tuin (die nu volledig verdwenen is).
Historische dreven zijn in de Warande aangeplant in dambordpatroon en herinneren aan de ontginning van de woeste, arme zandgronden met heiden en schrale graslanden die hier oorspronkelijk aanwezig waren. In vergelijking met de oude veldgebieden meer naar het zuiden (bv. Bulskampveld) werden deze gronden reeds eerder bebost, omdat het gebied dichter bij Brugge lag en mogelijk ook voor de jacht.
In opmaak:
– waardevolle historische hoeves (Joyeuse Pensée, Blauw Kasteel, Schotsgoed), kanaalhuisjes Gevaerts
Joyeuse Pensée