De Greppelsprinkhaan (Roeseliana roeselii), is een sabelsprinkhaan met een erg versnipperd verspreidingsgebied in Vlaanderen. In het Houtland ten oosten en zuiden van Brugge was de soort tot nu toe enkel gekend van de Assebroekse meersen. Afgelopen zomer werd een grote populatie ontdekt in de extensief begraasde natte graslanden en ruigten van de Warandeputten. Normaal kunnen de dieren niet vliegen: om energie te sparen zijn de vliegspieren en vleugels standaard weinig ontwikkeld. Zo kunnen ze meer energie in voortplanting steken. Maar de mooie zomer van 2017 zorgde voor een populatie-explosie. Onder deze omstandigheden ontwikkelen vaak wel langvleugelige exemplaren die kunnen vliegen. Wellicht dateert de kolonisatie van de Warandeputten door langvleugelige exemplaren van enkele jaren geleden, via dieren die vanuit de Assebroekse meersen uitzwermden. In vogelvlucht gaat het over een afstand van ca. 3km. De grootste populaties in onze regio zijn te vinden in de Zwinstreek en delen van Zeeuws-Vlaanderen.
Greppelsprinkhanen houden, zoals de naam suggereert, van vochtige tot natte ruigtes. De eieren worden afgezet in levende en dode plantenstengels van verschillende kruiden en deze komen pas uit na twee of drie overwinteringen. Te intensief begraasde of gemaaide graslanden zijn dus ongunstig voor de soort. In de Warandeputten is het beheer ideaal: de extensieve begrazing zorgt voor een gevarieerde vegetatiestructuur met voldoende ruigte waar de jonge larven veilig kunnen overleven. Het is mogelijk dat de soort ook profiteert van klimaatopwarming.
Mannetje Greppelsprinkhaan in vochtige ruigte in de Warandeputten
Kernpopulaties van de Greppelsprinkhaan in Vlaanderen 2000-2018 (www.waarnemingen.be).