2022 – Recorddroogte ramp voor de Vallei van de Zuidleie

2022 gaat in Europa de geschiedenis in als het jaar met de ergste droogte van de afgelopen 500 jaar. Dit is niet alleen een ramp voor de menselijke gezondheid en voedsel- en watervoorziening, maar in het bijzonder ook voor onze waterrijke ecosystemen. Sinds de jaren 1950 verloor Vlaanderen meer dan 75% van zijn waterrijke gebieden, vooral door doorgedreven drainage en in mindere mate ophoging en bebouwing. Wat ons nog rest is vaak sterk versnipperd en onderhevig aan verdroging ten gevolge van landbouwintensivering of grondwaterwinning en heeft ook nog te lijden van eutrofiëring door uitspoeling van meststoffen, stikstofdepositie of afvalwater. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de typische biodiversiteit van waterrijke gebieden in Vlaanderen onder grote druk staat. Alleen al de moerassen en open wateren herbergen 30% van de meest bedreigde soorten in Vlaanderen. Exacte cijfers van het aandeel bedreigde soorten in Vlaanderen typisch voor vochtige tot natte bossen, graslanden, duinen en heiden ontbreken helaas, maar het leidt geen twijfel dat de totale watergebonden biodiversiteit een aandeel van meer dan 50% van alle bedreigde soorten in Vlaanderen omvat. Natuurpunt en de overheid doen terechte inspanningen om de laatste resten waterrijke natuur in Vlaanderen te beschermen in natuurreservaten. Helaas blijkt klimaatverandering de voorbije jaren meer en meer een factor geworden die de biodiversiteit van waterrijke gebieden verder onder druk zet. Steeds frequentere en langdurige perioden van extreme droogte of water’bommen’ van overvloedige neerslag en overstromingen zijn nefast voor de meest kwetsbare soorten van waterrijke gebieden. Bovendien zijn de processen die hiervan aan de basis liggen vaak complex met zelfversterkende effecten en terugkoppelingsmechanismen.

De Vallei van de Zuidleie (Oostkamp-Beernem) is zo’n gevarieerd waterrijk natuurgebied met heel wat zeldzame en bedreigde soorten. De Leiemeersen zijn uniek in het westen van Vlaanderen voor de nog actieve veenontwikkeling in een beekvalleicontext in combinatie met de mineraal- en kalkrijke kwelinvloeden. De Bornebeek en Merlebeek behoren tot de laatste beekjes ten zuiden van Brugge met een nog vrij goede waterkwaliteit. De vijvers in de Warandeputten en de vennetjes in Gevaerts-Noord herbergen vele zeldzame water- en oevergebonden flora en fauna kenmerkend voor een goede waterkwaliteit. De extreme droogte van 2022 is een ecologische ramp voor het gebied. Vijvers, poelen, beekjes en oude armen van de Zuidleie vallen op grote schaal droog wat nefast is voor alle watergebonden soorten die niet of weinig mobiel zijn. Ondiepe plassen water die in vijvers en poelen nog overblijven veranderen door de sterke opwarming en het zuurstoftekort in steriele kweekhaarden van toxische blauwalgen. In het laagveenmoeras van de Leiemeersen schommelt het waterpeil het grootste deel van het jaar rond het maaiveld, waardoor organisch materiaal niet afbreekt en bijgevolg accumuleert onder de vorm van veen. Nooit eerder was de frequentie van opeenvolgende droge zomers zo groot als de afgelopen 5 jaar en zakte het waterpeil zo diep weg als in 2022 (zie grafiek). Naargelang het grondwater dieper wegzakt, vermindert de waterbeschikbaarheid voor vochtminnende planten. Vooral kritische plantensoorten die vaak ondiep wortelen en soorten die laat in bloei of tot zaadvorming komen kwijnen weg (bv. moeraswespenorchis, moeraskartelblad, grote watereppe enz.).  Wanneer een venige bodem langdurig in contact komt met zuurstof, breekt het organisch materiaal bovendien af en komen nutriënten (stikstof, fosfor) vrij. Van de nutriënten profiteren vooral competitieve grassen uit voedselrijkere milieus, zoals de gestreepte witbol, een echte storingssoort die we niet graag zien toenemen want ze concurreert de lokale typische soorten weg door haar uitbundige groei. Eigenaardig genoeg neemt ook riet sterk toe: de wortels zitten diep in de bodem en hebben minder snel last van watertekort. Door de hoge temperaturen groeit de soort uitbundig en heeft ze een concurrentieel voordeel op andere soorten die ze verdringt. De toename van riet zorgt bovendien voor een zelfversterkend effect van de verdroging door een snellere verdamping van het aanwezige bodemvocht. In plaats van een koolstofsink verandert het veenmoeras zo in een bron van broeikasgas. De uitkomst is steeds dezelfde: kritische soorten van min of meer stabiele hoge waterpeilen krijgen het moeilijk. Naarmate dit patroon zich frequenter voordoet, zullen deze soorten uiteindelijk verdwijnen.

Extreme droogte in het laagveenmoeras van de Leiemeersen neemt de voorbije jaren fors in frequentie en diepte toe. In min of meer normale jaren (zoals 2016 en 2021) zakt het peil in het grootste deel van de zomerperiode niet dieper weg dan 20cm onder het maaiveld, met kortstondige uitschieters tot -40cm. Dit staat in schril contrast met de extreme droogte van 2018, 2019, 2020 en de recorddroogte van 2022.

De klimaatopwarming holt almaar voort. Willen we nog waterrijke natuur en haar biodiversiteit in Vlaanderen behouden, dan zullen krachtdadige maatregelen nodig. Op mondiaal niveau dienen in de eerste plaats de oorzaken van klimaatopwarming een halt toegeroepen. Op Europees en Vlaams niveau kunnen we het voortouw nemen in de transitie naar broeikasgasarme energiebronnen. Op het lokale niveau moet op korte termijn werk gemaakt worden van grotere en meer robuuste natuurgebieden die beter gebufferd zijn tegen de effecten van klimaatverandering. Dit impliceert onder andere het grootschalig herstel van het hydrologisch systeem van onze waterrijke gebieden: meer regenwaterinfiltratie, minder grondwateronttrekking, vertraagde afvoer van neerslagwater en een betere milieukwaliteit in het algemeen.

Een snoek werd slachtoffer van de extreme droogte in de Warandeputten, met op de achtergrond toxische blauwalgen in de ondiepe poelen die overblijven.
Actieve veenvorming in de Leiemeersen met slaapmossen en kritische soorten als Moeraskartelblad is enkel mogelijk met jaarrond hoge waterpeilen tegenaan het maaiveld.
De bedding van de oude arm van de Zuidleie is vrijwel droog gevallen: mogelijk het einde van de aanwezigheid van kwetsbare vissoorten zoals Vetje en Alver.
Droog gevallen zandplaten in de Warandeputten worden gekoloniseerd door invasieve wilgenopslag en de exoot watercrassulla, waardoor zeer zeldzame soorten van dit milieutype zoals gesteeld glaskroos, slijkgroen, naaldwaterbies en sponswatervorkje verdwijnen.

Share with: