Van de 381 soorten wilde bijen die in ons land voorkomen, is maar liefst 33% bedreigd, 7% bijna bedreigd en 12% regionaal uitgestorven. De achteruitgang van wilde bestuivers is te wijten aan een mix van verschillende factoren die mekaar versterken. De voornaamste oorzaken zijn: habitatverlies en -degradatie, verarming van het bloemenlandschap, het gebruik van bestrijdingsmiddelen, stikstofdepositie, vermesting en klimaatverandering.
De meeste wilde bijen leven solitair en maken holletjes in de grond waarin hun larve opgroeit op een bedje van pollen en nectar. Sommige bijensoorten hebben een nauwe band met bepaalde bloemen of bloeiende struiken voor hun voedselvoorziening. De meeste soorten zijn warmteminnend en graven hun holletjes in zonnige, schrale graslanden of (nagenoeg) kale zandige bodems. Sommige soorten (zoals de wespbijen) parasiteren op andere wilde bijen. Hommels vormen een aparte groep en komen in kleine kolonies voor, maar er bestaan ook zogenaamde koekoekshommels die parasiteren op andere hommels. De honingbij is in het wild nagenoeg uitgestorven en komt alleen nog gedomesticeerd voor.
In Gevaerts-Noord zet Natuurpunt in op het herstel van geschikt leefgebied voor wilde bijen. Daarvan profiteren ook graafwespen, die vaak in hetzelfde habitat aangetroffen worden. Er wordt gestreefd naar open, zandige en bloemrijke graslanden die sterk door de zon beschenen worden. Het dichtgroeien van de vegetatie met bramen of bos wordt vermeden. Er wordt positief geselecteerd op mannelijke wilgen omdat hun katjes in het voorjaar een zeer belangrijke voedselbron zijn.
Het beheer begint zijn vruchten af te werpen. Er zijn al 39 soorten wilde bijen en graafwespen in het gebied aangetroffen, waaronder enkele in Vlaanderen zeer zeldzame tot zeldzame soorten (in het blauw in onderstaande soortenlijst). Ongetwijfeld wachten nog veel soorten in het gebied op ontdekking.
Wespbijen
Kortsprietwespbij (Nomada fucata)
Roodsprietwespbij (Nomada fulvicornis)
Smalbandwespbij (Nomada goodeniana)
Roodharige wespbij (Nomada lathburiana)
Vroege wespbij (Nomada leucophthalma)
Boswespbij (Nomada opaca)
Zandbijen
Donkere wilgenzandbij (Andrena apicata)
Witbaardzandbij (Andrena barbilabris)
Tweekleurige zandbij (Andrena bicolor)
Asbij (Andrena cineraria)
Zwart-rosse zandbij (Andrena clarkella)
Grasbij (Andrena flavipes)
Vosje (Andrena fulva)
Roodgatje (Andrena haemorrhoa)
Gewone dwergzandbij (Andrena minutula)
Dageraadzandbij (Andrena nycthemera)
Gekielde dwergzandbij (Andrena strohmella)
Grijze rimpelrug (Andrena tibialis)
Doornkaakzandbij (Andrena trimmerana)
Grijze zandbij (Andrena vaga)
Roodbuikje (Andrena ventralis)
Roetbijen
Kleine roetbij (Panurgus calcaratus)
Zijdebijen
Grote zijdebij (Colletes cunicularius)
Wormkruidbij (Colletes daviesanus)
Groefbijen
Gewone franjegroefbij (Lasioglossum sexstrigatum)
Bloedbijen
Bosbloedbij (Sphecodes ephippius)
Pluimvoetbijen
Pluimvoetbij (Dasypoda hirtipes)
Hommels
Tweekleurige koekoekshommel (Bombus bohemicus)
Tuinhommel (Bombus hortorum)
Boomhommel (Bombus hypnorum)
Steenhommel (Bombus lapidarius)
Veldhommel (Bombus lucorum)
Akkerhommel (Bombus pascuorum)
Aardhommel(Bombus terrestris)
Graafwespen
Bijenwolf (Philanthus triangulum)
Grote rupsendoder (Ammophila sabulosa)
Sabelsprinkhanendoder (Sphex funerarius)