Een “krinklend winklend waterding” op de Bornebeek ter hoogte van de Leiemeersen
Schrijvertjes zijn 4-8 mm groot en behoren tot de familie van de Gyrinidae, een kleine groep van waterkevertjes met typisch uiterlijk en gedrag. Ze hebben de eigenschap om op het wateroppervlak aan een hoog tempo rondjes te draaien (te ‘schrijven’). Bij gevaar kunnen ze duiken, maar als ze stoppen met zwemmen of het substraat loslaten, komen ze vanzelf terug bovendrijven, dank zij de lucht die ze onder de dekschilden gevangen houden. Heel bijzonder is dat ze een dubbel paar ogen hebben: een paar om boven water en een paar om onder water te kijken. Het voedsel bestaat uit op het water gevallen insecten die ze met de lange voorpoten vastgrijpen. De korte midden- en achterpootjes gebruiken ze om te zwemmen.
Schrijvertjes waren in de tijd van Guido Gezelle de gewoonste zaak van de wereld, maar met de verslechtering van de waterkwaliteit stonden ze de voorbije decennia in onze regio op het randje van uitsterven. Het laatste overzicht van de status van de Schrijvertjes in onze contreien dateert al van 1981. Jan Van Stalle en Rop Bosmans rapporteerden toen over deze kevergroep in het Biologisch Jaarboek Dodonaea nr. 49, naar aanleiding van een grootschalige bemonsteringsinspanning in de provincies Oost- en West-Vlaanderen in de periode 1977-1980. De resultaten waren weinig rooskleurig. Van de 11 soorten die in Vlaanderen kunnen verwacht worden, werden er slechts 5 waargenomen. Gyrinus caspius, G. paykulli en G. distinctus werden op resp. 5, 2 en 1 plaats(en) in de polders aangetroffen. Verspreid over de beide provincies werden verder nog de soorten G. substriatus en G. marinus van telkens 5 vindplaatsen gemeld.
Ondertussen is de waterkwaliteit in onze regio globaal verbeterd en zijn er opnieuw tal van poelen en plassen met relatief goede waterkwaliteit bijgekomen. Maar bij gebrek aan systematische gegevens blijft het koffiedik kijken of dit zich ook vertaalt in een verbetering voor onze populaties Schrijvertjes. Bovendien hebben deze sympathieke waterkevertjes af te rekenen met een gebrekkige verbreidingscapaciteit. Ze schijnen niet zo graag te vliegen en dan nog enkel op mooie, warme dagen met zeer lage windsnelheid. Nieuwe populaties stichten kan alleen indien bevruchte wijfjes of individuen van verschillend geslacht in een gunstige omgeving terecht komen. Er is allicht een grote mate van toeval, en bijgevolg tijd, mee gemoeid om onze regio opnieuw te herkoloniseren.
De meeste recente waarnemingen hebben dan ook steeds betrekking op 1 of hooguit een paar individuen. Vaak zijn ze het jaar er op weer verdwenen. Ook op de Bornebeek aan de Leiemeersen betrof het één enkel exemplaar en jaren geleden werd ook al eens één exemplaar aangetroffen in de bovenloop van de Bornebeek in het Bulskampveld. In een nieuwe poel in de Predikherenbossen (Ruislede) werd in het voorjaar door Christine Verscheure het voorkomen van 2-3 individuen gesignaleerd. Hoopvol afwachten wat het daar wordt. Behalve van de vijver aan de Blauwe Toren (Sint-Pieters) en uit de duinen zijn ons geen permanente populaties van Schrijvertjes in de regio bekend.
Ongetwijfeld zijn er onder de lezers personen die informatie hebben over bijkomende populaties. Hierbij dan ook aan iedereen de oproep om (oude en recente) gegevens over het voorkomen van Schrijvertjes in onze regio aan onderstaande door te geven. Dan kunnen we een bilan van de huidige toestand opmaken. Indien u een individu kunt bemachtigen, kan u dat ook aan onderstaande bezorgen voor determinatie van de soort (enkel te vangen wanneer er verschillende exemplaren in het gebied aanwezig zijn). Alvast bedankt!
Kris Decleer, INBO, Kliniekstraat 25, 1070 Brussel, Kris.Decleer@inbo.be