Het was op 6 januari 2012 uitvoerig in het nieuws en in de kranten: “dikke Eugène gesneuveld”. Eugène was de dikste boom van het Zoniënwoud en werd door een rukwind geveld. Hij had een stamomtrek van 6m en was meer dan 100 jaar oud. Wat blijkt nu? Er staan nog verschillende majestueuze, dikke Eugène’s in de Vallei van de Zuidleie langs het kanaal Gent-Brugge ! In 1904 werden de olmenrijen langs het kanaal gekapt en vervangen door Canadese populier. Het gaat om oude variëteiten van het type serotina (en marilandica?), met knoestige, vaak kromme stammen en een weelderige kroon. Pas veel later werden er ook sneller en recht groeiende robusta-variëteiten bijgeplant.
In elk geval zijn de oude populieren langs het kanaal niet meer uit het landschap weg te denken: ze ZIJN het landschap. Als je de tijd neemt om eens onder zo’n klepper te gaan staan, dan pas besef je hoe indrukwekkend deze reuzen wel zijn. Je observeert de diepe groeven in de stam waar je vuist zo in past en waar verschillende soorten korstmossen zich op gevestigd hebben. De tand des tijds laat zich ook zien aan stamholtes, oude wonden van blikseminslagen die terug met gezond weefsel overgroeid geraken en her en der zwammen, waaronder de uiteindelijk dodelijke platte tonderzwam of reuzenzwam. Met wat meer geluk observeer je een dikke wespachtige vlinder met doorzichtige vleugels op de stam: de hoornaarvlinder, waarvan de rupsen tot drie jaar lang in het populierenhout leven. Of ronde gaatjes in de stam waar een zure geur uitkomt: hier hebben de tot 10cm lange rupsen van de wilgenhoutvlinder gezeten. Nog andere gaatjes zijn mogelijk afkomstig van de larven van de 3 cm grote en minder algemene, grote populierenboktor, die enkel op warme zomeravonden vanaf schemerdonker actief wordt. Uit sommige holtes hoog in de stam druipt een zwart goedje, mogelijk zit hier een kleine zomerkolonie van Watervleermuis of Grootoorvleermuis. Ook de ruimte achter stukken loszittende schors kan als kraamkamer in gebruik zijn. En rond de kronen van de populieren jagen verschillende soorten vleermuizen op allerlei vliegende insecten. Kortom: elke stokoude populier langs het kanaal Gent-Brugge is eigenlijk een ecosysteem op zichzelf.
Meerdere deskundigen opperen dat de Vallei van de Zuidleie de laatste lijnvormige beplanting van enige omvang in Vlaanderen zou herbergen van dergelijke honderdjarige populieren. Jarenlang genoten deze respectabele bomen helaas geen enkele aandacht. Ook het Agentschap voor Natuur en Bos gaf zonder bijkomend onderzoek kapvergunningen. Een enkele dode tak in de kruin of een beetje overhellende stam was soms al een reden om de hele boom te vellen. Dikke zijtakken op de stam werden in het verleden foutief opgesnoeid, wortels zwaar beschadigd door graafwerkzaamheden of zware voertuigen. Vele oude bomen gingen de voorbije decennia vroegtijdig voor de bijl (zie hier). Jarenlang ijvert Natuurpunt al om de oude populieren zo veel mogelijk te bewaren en op een boomtechnisch professionele wijze te beheren, uiteraard met respect voor de veiligheidseisen ten aanzien van passanten of de scheepvaart.
Vorig jaar vond Natuurpunt eindelijk gehoor bij de NV Waterwegen en Zeekanaal (W&Z), het Vlaamse agentschap dat verantwoordelijk is voor het beheer van het kanaal. Wie goed kijkt ziet dat alle oude bomen voorzien zijn van een nummertje. Gediplomeerde boomchirurgen hebben elke boom op hun eventuele risico’s getaxeerd en waar nodig de boom nader onderzocht. Dit onderzoek gebeurt aan de hand van een gedetailleerde beschrijving. Via niet-destructief, zogenaamd ‘tomografisch onderzoek’, wordt indien nodig ook het inwendige van de boom bekeken. Vertoont de boom inwendig te veel holtes of rottend hout dan krijgt de boom het etiket van ‘risico-boom’. Soms volstaat het om een deel van de kruin in te korten, waardoor de boom bij eventueel omwaaien geen gevaar kan vormen voor de scheepvaart, wandelaars of fietsers. Enkel indien dit niet kan uitgesloten worden, wordt beslist om de boom om te zagen tot op een veilige stamhoogte, bv. op 5-10m hoogte. Deze boomstompen vormen dan nieuwe loten, die terug uitgroeien tot een minikruin, waarbij de boom haar functie als ‘ecosysteem’ voor talloze organismen nog vele jaren lang kan behouden. Het verwijderen van dode takken hoog in de kruin en het insnoeien of verwijderen van een boomkruin zijn natuurlijk geen eenvoudige klussen, zeker niet langs onverharde jaagpaden met zeer hoge natuurwaarde, waar geen zwaar materiaal kan worden ingezet. We zijn W&Z erg dankbaar dat zij geopteerd hebben om in ons gebied “Leiemeersen-Noord” (rechteroever tussen Beernem en Moerbrugge) boomklimmers in te zetten. Met een mobiele schuifladder en met behulp van touwen klimmen ze tot hoog in de boomtoppen en stukje bij beetje wordt, indien nodig, de kruin ontmanteld en neergelaten. Alles werd uiteindelijk door de terreinploeg en de vrijwilligers van Natuurpunt opgeruimd. Een win-win voor iedereen. Hiermee is bewezen dat een veiligheidsbeheer van oude bomen niet destructief hoeft te zijn. Natuurpunt hoopt dan ook dat deze ecologisch en landschappelijk verantwoorde aanpak inspirerend kan zijn voor de andere zones langs het kanaal en voor andere overheden die met een vergelijkbare problematiek te maken krijgen.
Wie wil komen genieten van deze reuzenbomen is van harte welkom voor een wandeling in Leiemeersen-Noord (vrij toegankelijk op het onverharde jaagpad) of een fietstocht doorheen onze Vallei van de Zuidleie. We danken W&Z voor het constructieve overleg en alle geleverde inspanningen om deze alternatieve aanpak mogelijk te maken.
Boomchirurgen aan het werk.
Ontkroonde bomen kunnen rustig nog 50 jaar ouder worden en verder ontwikkelen tot een schatkamer van biodiversiteit
Wilgenhoutrups
Grote populierenboktor